donderdag 30 augustus 2012

Afscheid


Mijn tijd in Osnabrück als stadsambassadrice van Haarlem zit er bijna op. Het lijkt wel alsof ik gisteren ben begonnen. De tijd vliegt als je het naar je zin hebt! Tijdens de laatste radiouitzending zei ik het al: ´ik voel me een beetje Osnabrückerin´. De stad met haar oude huizen, met kinderkopjes bedekte straten en vooral de hulpvaardige en sympathieke inwoners is een deel van mijzelf geworden. Ik ben blij dat ik een steentje heb kunnen bijdragen aan de stedenband tussen Haarlem en Osnabrück. Zo is het oer-Haarlemse mannenkoor Zang en Vriendschap dit jaar voor het eerst naar Osnabrück gekomen tijdens de Maiwoche. Na hun optreden kwam ik mensen op straat tegen die het lied ´Haarlem, Haarlem´ neurieden. Nog een primeur: het koor ´Die Tontauben´ treden op 8 september op tijdens Korenlint. Voor het eerst doet een koor uit Osnabrück mee en geeft een welkom internationaal tintje aan dit feestelijke evenement. Ook ben ik blij met de facebook- en twitterpagina die ik heb opgezet. Via deze sociale media heb ik je op de hoogte gehouden van interessante jumelage-weetjes en gezamenlijke projecten. 

Ik zal het werk als stadsambassadrice zeker gaan missen. Het heeft mij niet alleen dichter bij Osnabrück, maar ook dichter bij Haarlem gebracht. Naast de werkzaamheden is het vooral moeilijk afscheid nemen van de mensen die ik hier heb leren kennen. Ik heb veel beleefd met mijn collega-ambassadeurs. Samen hebben we de partnerstedendagen tijdens de Maiwoche voorbereid, de radiouitzendingen gemaakt, voorgelezen in de bibliotheek, ontvangsten gehouden en nog veel meer. Uiteindelijk zijn we een hecht team geworden, met veel interesse in elkaars cultuur. Ik ben regelmatig uitgenodigd voor crêpes, lahmacun, sushki of scones. Uit Nederland waren de stroopwafels die ik meebracht heel populair. Vooral nadat ik had verteld, ze even op je theekopje te leggen, zodat de stroop zacht wordt.  

In januari schreef ik dat ik als doel had om de inwoners van Haarlem te informeren, inspireren en activeren voor de jumelage. Ik hoop dat ik je de afgelopen maanden via deze column en de sociale media een betere kijk heb kunnen geven op wat de stedenband tussen Haarlem en Osnabrück nu eigenlijk inhoudt. Natuurlijk hoop ik ook dat ik meer Haarlemmers bewust heb kunnen maken van de meer dan 50 jaar oude stedenband. 

Gelukkig ben ik niet de enige die dit doel voor ogen heeft. Barbara Willemsen zal mij vanaf 1 oktober opvolgen als de nieuwe stadsambassadrice en zij geeft aan ook haar best te willen doen voor meer bekendheid van de stedenband: ´Veel (bijna iedereen) van mijn vrienden had geen idee dat er zoiets als een stedenband tussen Haarlem en Osnabrück bestaat, wat toch wel raar is als je al je hele leven in Haarlem woont.´ 


Sinds de economische crisis staat de Europese samenwerking onder vuur. Moeten we nog wel zoveel geld en moeite steken in internationale samenwerking? In Osnabrück is van dit sentiment geen sprake. Het heeft me verbaasd hoeveel moeite de gemeenschap hier doet voor het onderhouden van de stedenbanden. Niet alleen de gemeente, maar ook vele verenigingen, vrijwilligers, scholen, clubs en bedrijven weten het jumelagebureau te vinden voor een internationaal project. Deze projecten krijgen vervolgens veel aandacht in de media. Ik hoop dat er in de toekomst ook meer initiatieven uit Haarlem zullen komen. 

Uit een onderzoek is gebleken dat de jongeren uit Nedersaksen zich het gelukkigst voelen in Osnabrück. Ik kan me volledig voorstellen waarom. Osnabrück is een fantastische stad, die zich opensteld voor iedereen en waar altijd wat te doen is. Mijn tip: als je nog niet in Osnabrück bent geweest, ga dan nog een keer! Dan kun je, samen met mij en de Onsabrückse jongeren, zeggen: ´Ik was zum Glück in Osnabrück´!