Mijn tijd in
Osnabrück als stadsambassadrice van Haarlem zit er bijna op. Het lijkt wel
alsof ik gisteren ben begonnen. De tijd vliegt als je het naar je zin hebt!
Tijdens de laatste radiouitzending zei ik het al: ´ik voel me een beetje Osnabrückerin´. De stad met haar oude
huizen, met kinderkopjes bedekte straten en vooral de hulpvaardige en
sympathieke inwoners is een deel van mijzelf geworden. Ik ben blij dat ik een
steentje heb kunnen bijdragen aan de stedenband tussen Haarlem en Osnabrück. Zo
is het oer-Haarlemse mannenkoor Zang en Vriendschap dit jaar voor het eerst
naar Osnabrück gekomen tijdens de Maiwoche. Na hun optreden kwam ik mensen op
straat tegen die het lied ´Haarlem, Haarlem´ neurieden. Nog een primeur: het
koor ´Die Tontauben´ treden op 8
september op tijdens Korenlint. Voor het eerst doet een koor uit Osnabrück mee
en geeft een welkom internationaal tintje aan dit feestelijke evenement. Ook
ben ik blij met de facebook- en twitterpagina die ik heb opgezet. Via deze
sociale media heb ik je op de hoogte gehouden van interessante jumelage-weetjes
en gezamenlijke projecten.
Ik zal het werk
als stadsambassadrice zeker gaan missen. Het heeft mij niet alleen dichter bij
Osnabrück, maar ook dichter bij Haarlem gebracht. Naast de werkzaamheden is het
vooral moeilijk afscheid nemen van de mensen die ik hier heb leren kennen. Ik
heb veel beleefd met mijn collega-ambassadeurs. Samen hebben we de
partnerstedendagen tijdens de Maiwoche voorbereid, de radiouitzendingen
gemaakt, voorgelezen in de bibliotheek, ontvangsten gehouden en nog veel meer.
Uiteindelijk zijn we een hecht team geworden, met veel interesse in elkaars
cultuur. Ik ben regelmatig uitgenodigd voor crêpes, lahmacun, sushki of scones. Uit Nederland waren de
stroopwafels die ik meebracht heel populair. Vooral nadat ik had verteld, ze even op je theekopje te leggen, zodat de stroop zacht wordt.
In januari
schreef ik dat ik als doel had om de inwoners van Haarlem te informeren,
inspireren en activeren voor de jumelage. Ik hoop dat ik je de afgelopen
maanden via deze column en de sociale media een betere kijk heb kunnen geven op
wat de stedenband tussen Haarlem en Osnabrück nu eigenlijk inhoudt. Natuurlijk
hoop ik ook dat ik meer Haarlemmers bewust heb kunnen maken van de meer dan 50
jaar oude stedenband.
Gelukkig ben ik
niet de enige die dit doel voor ogen heeft. Barbara Willemsen zal mij vanaf 1
oktober opvolgen als de nieuwe stadsambassadrice en zij geeft aan ook haar best
te willen doen voor meer bekendheid van de stedenband: ´Veel (bijna iedereen) van
mijn vrienden had geen idee dat er zoiets als een stedenband tussen Haarlem en
Osnabrück bestaat, wat toch wel raar is als je al je hele leven in Haarlem
woont.´
Sinds de economische crisis staat de Europese samenwerking onder vuur.
Moeten we nog wel zoveel geld en moeite steken in internationale samenwerking?
In Osnabrück is van dit sentiment geen sprake. Het heeft me verbaasd hoeveel
moeite de gemeenschap hier doet voor het onderhouden van de stedenbanden. Niet
alleen de gemeente, maar ook vele verenigingen, vrijwilligers, scholen, clubs
en bedrijven weten het jumelagebureau te vinden voor een internationaal
project. Deze projecten krijgen vervolgens veel aandacht in de media. Ik hoop dat er in de
toekomst ook meer initiatieven uit Haarlem zullen komen.
Uit een onderzoek is gebleken dat de jongeren uit Nedersaksen zich het
gelukkigst voelen in Osnabrück. Ik kan me volledig voorstellen waarom.
Osnabrück is een fantastische stad, die zich opensteld voor iedereen en waar
altijd wat te doen is. Mijn tip: als je nog niet in Osnabrück bent geweest, ga
dan nog een keer! Dan kun je, samen met mij en de Onsabrückse jongeren, zeggen:
´Ik was zum Glück in Osnabrück´!